
Maandag 30 maart 2020
Bijgewerkt op: 12 jan. 2021
Ik ben op deze plek (deel 1)
Het keldergebouw of wat er voor door moet gaan is zeer mistroostig.
Overal kieren waar de wind doorheen blaast.
Vochtig ook; ik weet dat dit nooit verdwijnt, dat weet ik zeker.
Vies en smerig, glibberig doordat het lijkt dat dit nooit schoon wordt gemaakt. Er was geen bank of stoel, wel een opstaand randje waar je eventueel op kon zitten. De lucht die je in ademt kon je nauwelijks lucht noemen een soort verrotting. Het is donker en heb het idee het te aanvaarden dat het is zoals het is.
Ik heb te weinig kleding aan. Veel te weinig om in deze omgeving ooit warm te worden. Mijn huid is schilferig geworden zonder wasgelegenheid. Probeer er mee om te gaan; verzet helpt toch niet en maakt het alleen maar moeilijker.
Het is zoals het is, hou ik me voor de zoveelste keer voor.
Mijn rug voelt als een betonnen plaat.
IJskoud , geen beweging in te krijgen. Hoe kom ik hier uit???
Niet teveel nadenken, het niet moeilijker maken dan het al is.
Waardoor ik hier beland ben – en met mij wat vrouwen zie ik nu door het schaarse licht – weet ik maar al te goed.
Wij pikten het niet om in de gevestigde orde” mee te lopen. Hadden ons eigen wijsheid wat de goegemeente angstig vond. Te gevaarlijk.
Dus wachtte voor ons het schavot begreep ik. De hoop dit te ontlopen werd steeds ongeloofwaardiger.
- Ada Klootwijk
Ik ben op deze plek (deel 2)
Wat een feest met deze prachtige blauwstralende lucht.
Alles zindert van schoonheid.
De lente is begonnen. Jonge scheuten van struiken en bloemen schoten de grond uit.
Alles ontwaakt ook in mij. Een intens geluksgevoel overweldigd me.
Mijn lijf voelt vederlicht alsof , trillend van vreugde, het gevoel heb deze uitdaging aan te gaan. In gedachten hoor ik de berg met me praten, zo van: maak gebruik van mij, beklim mij.
Gehoor gevend aan mijn verlangen zet mijn lijf zich in beweging. Ren alsof ik een hinde ben de berg op.
Het proeft als zoete nectar en geeft mij nog meer power de berg te beklimmen.
Mijn hart kan het aan in hetzelfde tempo te blijven hollen.
Een overweldigend gevoel.
- Ada Klootwijk
Mooi jasje
Je lag midden in mijn kamer
Op ’t geleende ziekenhuisbed
Te smal voor twee,
Te smal voor ons beiden.
Toch kroop ik naast je
Het was immers je laatste nacht.
Dat kan jij je niet herinneren denk ik
Maar ik ben niets vergeten.
‘Wat doe je, wat doe je?’
Vroeg je totaal verward
En duwde wat tegen mij aan.
Je was je doodswens vergeten,
Geen notie meer van ons beider bestaan,
Of van morgen, als je het leven op zou geven.
Dat kan jij je niet herinneren denk ik
Maar ik ben niets vergeten.
Onnoemlijk zwaar was die laatste nacht
Ik wilde waken, maar was te moe voor de wacht.
Dat kan jij je niet herinneren denk ik
Maar ik, ik ben niets vergeten.
Mooi jasje, waren je laatste woorden.
- Sytske van Bochhove
Je bent van licht gemaakt,
het wit dat in allerlei kleuren
verdeeld raakt, doordat ik met
alle mensen meeloopt, niet mee,
maar samen, ook al denkt een
ander al gauw anders, en dat mag,
Jij bent de zon en ik de maan,
en we laten elkaar de ruimte, die
er is, al raken we elkaar wel aan.
Ik kan zonder jou niet schijnen,
zo zal ik verdwijnen, in het duister,
voortaan, dat denk ik als ik wegdraai,
maar elke dag zien we elkaar toch weer,
ooit zal dit aardse lichaam niet meer bestaan,
... dan breekt pas echt ... de dag aan,
dat we *altijd* samen in de hemel staan!
Tot die tijd komt, moeten we af en toe
eenzaam door het universum gaan.
Je bent er wel, ik ben er nog, wij zijn er!
- Adonis
Geestelijk en lichamelijk Inferno
Verhaal met een happy ending
9 Maanden in een Inferno leven toen ik 16 jaar was
En hoe ik het gekkenhuis overleefde
Heb Doodsangst gekend in een gekkenhuis
Van God en mensen verlaten in een isoleercel
Heb die ervaringen meermaals in mijn leven ervaren
Bedoel die doodsangsten
Heb een verhaal in de Bijbel gelezen toen Jezus zei;
" Vader waarom heeft U mij verlaten ? "
ik begreep wat hij bedoelde.
Ik leefde na dat gekkenhuis als een zombie
Alles binnen in me was dood
Ik wist niet beter
Het hielp ook niet dat ik van mijn achtste jaar last had
Van mij minderwaardig voelen en faalangst had
Tot mijn zestigste jaar
Dus dat ik overspannen [eufemisme voor manisch worden, in feite was ik niet meer toerekening vatbaar] werd
Was een gevolg van mij altijd gespannen voelen en mijn minderwaardig voelen en faalangst had
Na 8 jaar toen ik 16 werd
Barstte de bom en met het gevolg dat ik in een inrichting terecht kwam.
Het gebeurde 50 jaar geleden in mijn jeugd
Nu ben ik 67 jaar en met pensioen
Maar de rimpelingen van die uitbarsting voel ik nog steeds in mijn lijf
Niemand wist van mijn medisch verleden
Deed mijn werk
Niemand kon zien dat ik gek was geweest
Dat was taboe in die jaren
Daar werd niet over gesproken
Die inrichting heeft me niet genezen
Nog erger het heeft me overtuigd dat ik minderwaardig was
En niets waard was en de allerstomste ziel die op deze aardkloot rondliep
Zo leefde ik als een zombie
Ik was een loser in mijn ogen
Heb dan ook niets bereikt wat de moeite waard was om te vermelden
Misschien één ding bereikt in mijn leven
Waar ik trots op ben
Ik ben een survivor
Ben nog steeds verwonderd dat ik niet eerder ben uit gestapt
Mijn leven is een metafoor voor ; - Pandora's doos -
Pandora opende de doos waar alle rampen en ziekten in zaten
Maar de Hoop bleef op de bodem van de doos
Kreeg alle rampen en ziektes over me heen
Maar de hoop bleef op één andere manier in me leven.
60 Jaar lang.
Toen kreeg 2 hartaanvallen en een herseninfarct
Heb een pacemaker en een ICD in mijn borst
13 Pillen per dag slikken om mijn hart
Mijn hart werkt nog maar voor één derde
Nu ben ik 67 en met pensioen
En dan kom de C-virus en de nieuwe Pest
Ben een risico-groep met mijn lichamelijk conditie
Mijn hart werkt maar voor één derde
Maar mijn geest is duizendmaal sterker geworden
Het is gelouterd door de strijd die ik heb moeten leveren
Er gebeurde iets vreemds na de 2e hartaanval en een herseninfarct toen ik 60 was
Voor mij was de maat vol toen de cardioloog zei;
U moet een pacemaker en een ICD hebben,
Blaa Bllaa, etc.
Ik gaf de strijd op en gaf me over
Zag de zin niet in om verder te leven
Toen is mijn Ego gestorven
Hij had geen functie meer!
Wat moet een Ego met een lichaam
Waarvan de geest totaal gebroken en dood is.
De volgende dagen voelde ik me lichter worden
Of een zware last van mijn schouders gelicht was
Was alle complexen kwijt !
Was ook niet bang voor de dood
Ben 67 jaar
Ben van plan als de C-virus over is
Naar Bali te gaan
Verhalen en gedichten te schrijven en te tekenen
En misschien te leven
Als ik de tijd krijg
En daar begraven te worden
Misschien overleef ik de C-virus niet
Maar ik ben niet bang om te gaan
Kom in een volgend leven
Om mijn wensdroom af te maken.
- Ronald Pessy
Ego en Eeuwigheid
Als de mens sterft, verliest hij het bewustzijn en we zeggen dat hij is ingeslapen. Het nieuwe bewustzijn waar in de overledene is terechtgekomen, heeft echter niets met slaap te maken. Bij het sterven komt een stof vrij in de hersenen die, als de band tussen lichaam en geest verbroken wordt, het droomcentrum activeert. Dromen zijn onze eigen projecties, meestal een recycling van ervaringen, fantasieën, geloofsovertuigingen etc.
Wat eerst optreedt is een geluksgevoel waarin de Eenheid van alles ervaren wordt. Men zou hier in willen blijven tot in alle eeuwigheid. Dat kan maar alleen als het Ego uitgeblust is. Bij bijna alle mensen wordt echter al spoedig het Ego weer actief, de persoonlijkheid herleeft. Ego dat zonder angst niet kan bestaan, en Eeuwigheid waar angst juist niet kan bestaan, gaan niet samen en deze ontmoeting leidt tot onvoorstelbare angst waaruit maar een vlucht mogelijk is en dat is de terugkeer naar dat wat niet eeuwig is, de Tijd en de Materie.
De stof die bij de hersenen vrij komt is ook in de natuur beschikbaar. Het is te vinden in de klieren van een kikker in Mexico. Ik wilde het sterven beleven, maar het ook kunnen navertellen. Dus heb ik deze stof ingenomen. Dit heb ik beleefd.
Ik ontwaakte in een schrikaanjagende wereld. Een eindeloos landschap in over dimensionele kleuren. Geen enkele logica was er te bespeuren. Zover mijn perspectief reikte, alles drong zich aan mij op. Ik trachtte er iets van te begrijpen maar voor ik zo ver was dreef het landschap weg en verscheen een volgende en nog een volgende, alles totaal onbegrijpelijk. Ik voelde me al gauw totaal uitgeput, trachtte mijn ogen te sluiten maar tevergeefs. Ik dreigde te bezwijken, wilde alleen maar slapen. Ik realiseerde me op dat moment dat ik onsterfelijk was. Deze film zou altijd doorgaan. Maar eens, dacht ik, dan komt het einde der tijden tot ik me realiseerde dat het einde der tijden nooit zal komen. Ik zou hier blijven als toeschouwer tot ik totaal krankzinnig was geworden in alle eeuwigheid. Ik wilde huilen maar er kwamen geen tranen. Ik schreeuwde om hulp maar verder dan een zwak gekreun kwam ik niet. Er bestond gewoon niemand anders dan ik zelf. Ik oversteeg de pijngrens waarbij ieder mens het bewustzijn verliest of psychotisch wordt. Uren gingen zo voorbij, dagen, jaren misschien wel eeuwen. Dan opeens hield de beeldenstroom op en ik hoorde hoe metaal keihard tegen metaal aan klapte en nog een keer. Het slaan van getraliede deuren in een ijskoude kerker. De geluiden waren oorverdovend en er kwam maar geen einde aan. Dit gaat door in alle eeuwigheid. Terwijl ik dit overdacht, merkte ik dat ik tot mijn middel in een oceaan bevond. Ik keek om mij heen en zag de onmetelijkheid. Het zwarte water was gestold en ik kon mij dan ook niet bewegen. Er was geen spoor van leven te bespeuren. Dit gaat nooit meer over. Hier moet ik blijven tot in alle eeuwigheid. Kon ik maar verdrinken, Was er maar een zeemonster om mij te verscheuren. Dit is te veel. Ik ben onsterfelijk dacht ik en dit is mijn lot. Tot in alle eeuwigheid. Mijn schreeuw om hulp werd niet gehoord. Een licht gekreun dat ik alleen kon horen. Wat heb ik dan verkeerd gedaan, dacht ik. Deze straf zou ik zelfs Hitler niet toe durven wensen. Opnieuw ging de tijd aan mij voorbij, uren, dagen, jaren en eeuwen. Er was geen hoop. Dit was mijn lot. Ik accepteerde dat ik tot in alle eeuwigheid vervloekt was.
Heel langzaam kom ik weer tot bewustzijn. Ik hoor Indiase meditatieve muziek en ik hoor een geluid dat op een soort rammelaar lijkt. Dan begin ik hysterisch te gillen, niet om de pijn van mijn verleden, neen alleen en uitsluitend om de horror die ik zojuist beleefd heb, kwijt te raken. Ik moet een half uur lang alleen maar gegild hebben. Dan maakt Sander de shamaan, contact. Het is ongeveer een uur geleden dat ik de medicatie heb ingenomen.
We gaan naar beneden. Daar vinden we Mary die staat te trillen op haar pootjes. Ze heeft alles meebeleefd natuurlijk. Wantrouwig kijkt ze naar Sander, dan weer naar mij en opnieuw naar Sander. Waarom heb je Peter pijn gedaan? Die vraag staat duidelijk in haar ogen te lezen.
Wat heb ik geleerd van deze ervaring. Als het eind gekomen is, laat alles los, maak je niet druk om wat er met je bezit gebeurt, vergeet je verlangen erkend te worden als een eerlijk mens. Dit alles doet er niet meer toe. Alles tijdens je leven was slechts een droom. Hoe die droom ontstaan is, zal altijd wel een mysterie blijven. Wat belangrijk is, is dat je uit de droom ontwaakt.
- Peter
Het hart was diep zwart
Het hart was diep zwart
als een donkere holte.
Je wist - het touw ligt dáár-
Je vraag je af: hoe gaat de lus,
is de balk sterk genoeg? want
in één keer moet het klaar.
Zo zwart was het, zó koud,
onnoemlijk koud, je lichaam bevroren
en geplakt aan de bank.
Nee, nee, niet opstaan nu.
Langzaam verdwijnen ook gedachtes.
Zelfs het hoofd wordt een zwart gat
dat leeg en los op het lichaam staat.
Er is slechts één gedachte die nog draait
De dood een verlossing?
Kom maar, kom maar
is dat wat hij gebaart?
Doodstil zit je, de bank vasthoudend
onwetend en verloren in de tijd.
Hou vast, blijf stil, sta niet op!
Deze hel, hij gaat voorbij.
Na hoeveel uren?
in totale leegte
gaat er iets stromen, zomaar
Het geeft je warmte,
je wordt het gewaar.
De zon schijnt rechtstreeks
sterk door je raam
op je huid, op je armen,
je voelt 'm strijken
als een troostende hand
die je bloed weer laat stromen,
je hart bereikt en ook je gevoel.
Hoe is het mogelijk
dat ik dit vreselijke, dit doodse
weer te boven ben gekomen.
- Sytske van Bochove
Nat gras
Een prachtige dag
De zon schijnt uitbundig
Het gehemelte is stil
Één vliegtuig slechts
trekt geluidloos een streep.
Er zoemen bijen…
Vanaf de dijk spot ik
een prachtig veldje
groen te midden van
het natte paarse kwelderland.
Dáár wil ik heen
met mijn lief
de liefde bedrijven
in deze stille oneindigheid.
Hij had bezwaren
Kende de vogelaars
uit eigen ervaren…
die liggen ook in het gras
met een kijker voor ver
aan hun ogen.
Maar de lust was sterker.
Ik kreeg hem neergevleid
op dit kleine stukje gras.
Het was nat gras.
Dat kon je verwachten
op dit eiland,
Op Ameland.
- Sytske van Bochove